Drie dansers van Misiconi op een podium. Jacqueline van Kuilenburg zit in een rolstoel en een andere dansers staat op haar handen.

Niet gehandicapt genoeg voor inclusiedans

Door Jacqueline van Kuilenburg, danser bij Misiconi

Zeg, zijn jullie wel gehandicapt genoeg om inclusief te mogen heten?

Zes jaar geleden ruilde ik het dansen op mijn voeten in voor het dansen met wielen. En ik weet nog goed hoe spannend dat was en tegelijkertijd fantastisch. Ik had in Misiconi een dansgezelschap gevonden waar ik welkom was mét mijn rolstoel en kon op ontdekkingstocht om een nieuwe vorm van dansen eigen te maken.

Met het ontdekken van het dansen met wielen, ontdekte ik ook een stukje van de wereld van inclusiedans. Waar het publiek soms extreem enthousiast is, of soms alleen maar de wenkbrauwen optrekt en zo’n beetje alles daartussenin.

Kijkend naar inclusiedans: inspirerend en confronterend

Als ik naar een dansvoorstelling kijk, wil ik erdoor geïnspireerd worden. Kan ik dit ook met mijn rolstoel? Of kan ik dit leren? Kan ik me identificeren met de dansers? Is het antwoord nee, dan kan ik dat soms jammer of zelfs confronterend vinden. Weer iets wat ik niet meer kan. Of iets wat ik nooit meer zal worden: jong, slank en sterk. Dat doet niets af aan de dansers zelf, die kan ik nog steeds fantastisch vinden. Maar dans kan me soms ook raken op een plek die ik liever wil laten voor wat het is. Ik wil vooruitkijken, meer leren en ontdekken, niet geconfronteerd worden met wat niet meer gaat of wat ik niet meer ben.

Ik snap het als er in een stuk voor gekozen is om alle mogelijkheden van een danser weer te geven. Zelfs als dat betekent dat een rolstoeldanser uit de rolstoel stapt en rent en springt. Zelf stap ik ook weleens uit mijn rolstoel tijdens het dansen. Ik vind ook oprecht dat dat een stukje is van rolstoelgebruikers wat gezien màg worden. Het beeld dat rolstoelgebruikers allemaal niet kunnen lopen, klopt niet met de werkelijkheid. Dus waarom zou je dat beeld in stand houden? Al kan ik me voorstellen dat het voor anderen net zo confronterend kan zijn om mij naast mijn rolstoel te zien staan, als dat het voor mij is als ik een rolstoeldanser zie rennen.

Mijn achtergrond maakt dat ik niet onbevooroordeeld kan kijken naar dans. Daar ben ik me van bewust en probeer het zoveel mogelijk bij mezelf te houden.

Vooroordelen en ongeschreven regels

Wanneer je optreedt met een inclusief dansgezelschap en waar beperkingen dus zichtbaar zijn op het podium, geeft het een extra dimensie in wat het losmaakt bij anderen. Ineens ben je gebombardeerd tot rolmodel of misschien wel inspiration porn. Mensen hebben een mening over jouw handicap, waardoor het ineens vreselijk knap is wat je op het podium presteert. Of misschien valt je handicap in hun ogen wel mee, waardoor de prestatie ineens gedaald is. Toch knap dat ze dat allemaal zomaar kunnen zien als publiek.

Soms lijken er ongeschreven regels te zijn binnen inclusiedans. Een rolstoeldanser die zonder rolstoel danst, is geen echte rolstoeldanser. Als je handicap niet zichtbaar is aan de buitenkant, ben je niet gehandicapt genoeg. En dan moet er wel een bepaald percentage van de dansgroep een zichtbare beperking hebben, anders is de groep niet divers genoeg. Als we praten over inclusiedans, houden we rekening met mensen met een auditieve of visuele beperking, maar wel graag op een niveau of in een taal die voor mensen met een verstandelijke beperking of een beperkte focus amper te volgen is.

Een beetje flauw misschien, maar zo komt het op mij soms over.

Inclusie gaat door achter de schermen

Voor mij betekent inclusie dat iedereen welkom is en dat men rekening wil houden met elkaar. Bij dans levert dat een diversiteit op waar ik enorm van kan genieten. Hoe een dansgroep zich verder vormt en ontwikkelt, is afhankelijk van zoveel dingen. Dat is niet te doen om er een afvinklijst naast te leggen. Het is geen wedstrijdje welk dansgezelschap het meest divers is, wie de meeste handicaps gespaard heeft.

Ja, natuurlijk lijkt het mij fantastisch om meer rolstoeldansers bij Misiconi te hebben, of dansers met auditieve of visuele beperkingen. Hoe diverser hoe mooier. Ook wat betreft diversiteit op andere vlakken, zoals kleur, genderidentiteit, leeftijd, enzovoort. Maar de realiteit is dat we niet altijd alle doelgroepen bereiken. En soms is het volgen van wekelijkse danslessen of meerdere dagen per week meetrainen en optreden met de company voor iemand niet haalbaar. Vanwege de reisafstand, financiën, spanning of teveel prikkels tijdens voorstellingen. Of als ik naar mezelf kijk: vanwege een beperkte belastbaarheid.

Bedenk ook dat een dansvoorstelling een eindproduct is van een proces waar meer mensen dan alleen de dansers bij betrokken zijn geweest. Je kan de diversiteit van een dansgezelschap niet meten met wat je volgens jouw beleving op het podium ziet.

Misschien zie jij wel net een andere samenstelling van dansers dan het publiek wat een dag later naar de voorstelling komt kijken. Misschien is er in het proces en in de choreografie wel gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigen met verschillende beperkingen. Of misschien heb je bepaalde details gemist, omdat je zo enorm onder de indruk was van die fantastische voorstelling. Zou zomaar kunnen.

Dus…

Nou, lang verhaal, maar wat wil ik er nou eigenlijk mee zeggen? Wat mij betreft mag de inclusiegedachte wat meer doorgetrokken worden wanneer er over inclusiedans gesproken wordt. Iedereen hoort erbij en is even waardevol.

Geniet van de dansvoorstellingen, laat de diversiteit je raken en inspireren. En is het niet jouw smaak of vind je een stuk persoonlijk te confronterend? Ook dat is oké. Maar die meetlat waarmee dansers gescreend worden om te bepalen hoe gehandicapt een dansgezelschap wel of niet is, is niet oké.

Vergelijkbare berichten