Representatie; en hoe we nog een eind te gaan hebben
Twee miljoen mensen met een beperking in Nederland, maar wat zie je daar nu eigenlijk echt van? Bijzonder weinig. En wat je ziet is niet heel representatief.
Als ik kijk naar hoe mensen met een beperking nu vaak in beeld worden gebracht, in talkshows, films, series of op het podium, dan is dat vaak een clichébeeld. Mensen met het syndroom van Down zijn grappig, in een rolstoel zielig, anders gevormde lichaamsdelen maken iemand afstotelijk. En als ze dan iets presteren net als iemand zonder beperking, dan is dat ineens ontzettend knap. Dat je dat toch kan, ondanks je handicap, wauw. Alleen al als ze het podium oplopen, zucht het publiek in oh’s en ah’s.
Het verhaal achter die persoon met een beperking is vaak dramatisch. Op de piek van je kunnen ineens in een rolstoel terechtkomen. Aftakelen door ziekte waarbij nog meer ellende opgestapeld wordt. Maar dan is er ineens die ene persoon ZONDER BEPERKING die alles op alles zet om die arme gehandicapte te helpen en weer wat plezier in het leven te krijgen. Want, niet vergeten: dat plezier kun je natuurlijk niet zelf vinden als je zo’n triest geval bent. Hallo, je bent gehandicapt hoor! En zo wordt de helpende op een voetstuk gezet, want die is degene die zich belangeloos ingezet heeft voor dat zielige geval. En alleen daardoor kon die ander die geweldige prestatie leveren, ondanks diens beperking. Of misschien werd die wel beter. Of ging die dood, dat ligt ook wel vaak in de lijn der verwachting natuurlijk. Extra zielig voor degene die achterblijft ook nog.
En met dat clichébeeld in diverse media is meteen de toon gezet hoe de rest van de wereld naar mensen met een beperking kijkt. Sterker nog: je zou het zelf bijna gaan geloven. Ja jeetje, ik ben ook maar gehandicapt, kan gewoon niet meer dan dit. Maar gisteren heb ik wel mijn boodschappen gedaan, knap toch? En dat mijn man gewoon nog steeds bij mij is, terwijl ik zoveel achteruit ben gegaan, daarvoor mag ik mezelf wel in mijn handjes knijpen.
Ik zeg weleens dat ik representatie vooral belangrijk vind voor de kinderen en jongeren. Als pedagoog die ruim twintig jaar in het onderwijs gewerkt heeft, zie ik hoe belangrijk het voor ze is om een rolmodel te hebben. Iemand waar ze een stukje van zichzelf in herkennen, waar ze tegenop kunnen kijken en bedenken dat zij het ook in zich hebben om dat te bereiken. Het motiveert ze om te ontdekken waar hun mogelijkheden liggen.
Maar eigenlijk is het voor mijzelf als oude, dikke vrouw in rolstoel nog steeds net zo belangrijk. Nu is mijn werk als docent wel klaar en kan ik daar tevreden op terugkijken. Op andere vlakken wil ik nog steeds geïnspireerd worden door rolmodellen waar ik mezelf in kan herkennen. Bijvoorbeeld een rolstoeldanser met een geweldige uitstraling die haar lijf inzet op een manier die ook binnen mijn kunnen ligt. Of moeder in rolstoel in een serie of film die er gewoon is voor haar gezin, zonder dramatisch gedoe. Die lol heeft met haar kinderen en soms boos wordt als ze wat uitspoken, net als iedere andere ouder. Of een lotgenoot die deelt hoe die de wereld intrekt en grenzen verlegt.
En dan zou je kunnen denken: Maar als je toch vooral wil dat mensen met een beperking net zo getoond worden als mensen zonder beperking, waarom is die zichtbaarheid van die beperking dan nog zo belangrijk? Iemand zonder beperking kan toch net zo goed een rolmodel zijn?
Dat kan, maar ik denk wel dat je met meer diversiteit op alle vlakken (dus ook bij het wel of niet hebben van een beperking) veel meer mensen aanspreekt. Het geeft een eerlijker beeld van hoe de samenleving er echt uitziet. En het geeft ook veel meer kansen voor mensen met een beperking om daadwerkelijk dat podium te kunnen pakken.
Hoeveel missen we nu wel niet als er mensen met talent (en een beperking) nu niet aangenomen worden voor een bepaalde rol in film of serie? Niet geboekt worden als spreker of tafelgast? Niet geprogrammeerd worden in theaters? Je kan mij niet vertellen dat die twee miljoen mensen niet de kwaliteiten bezitten die de mensen die we altijd al in beeld zien, ook hebben. Sterker nog: ik denk dat het hebben van een beperking het zelfs interessanter kan maken om naar te kijken of luisteren. Een andere insteek, andere mogelijkheden. Maar niet dat zielige verhaal of dat overdreven applaus, dat kennen we nou wel. En ik wil wel eens een keer wat anders zien. Of eigenlijk juist meer van mezelf, maar dan in iemand anders.